
VOOR ALLES WAT GEBEURT EN ELKE DAAD
is een tijd en plaats. Voor Bert & Zwaantje dus
& de Manitoba Dragoons: onrecht
houdt geen stand onder de blik van hun ogen.
Voorbij de fokstier, opgepotte mest
wordt in Barghoesspul een schuilhoek geboden
aan Jood, Griek & ongelovige. Langs
't hazenpad rukken pipes & drums op
naar Kamp Balderhaar. 'Want ik heb me hun lot aangetrokken
en hun roep om hulp gehoord.' Zo worden nieuwe vormen aangenomen,
aarzelend soms, maar op de een of andere manier op tijd,
onze tijd. Alsof je een roman leest, waarin op enig moment
de waarheid van jouw karakter onweerlegbaar komt binnenschuifelen,
waardoor jij je wel afvragen moet of je tot dingen bent voorbestemd.
Bovenstaand gedicht is van de hand van Ton van ‘t Hof uit Amsterdam. Als dichter is hij voortdurend op zoek naar onderhuidse feiten die hebben geleid tot de huidige, zichtbare realiteit. Hij wandelt daartoe daadwerkelijk en ook digitaal door Nederland. In zijn bundel “Een lijn is een vore” (http://www.uitgeverijstanza.nl/9789490401009--een-lijn-is-een-vore.html) doet hij verslag van zijn zoektocht door de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland. In een vervolg hierop wandelt hij nu door Overijssel en kwam uit bij ons dorp! Op de site van het Dorpsarchief Kloosterhaar vond hij de gegevens en inspiratie voor bovenstaand gedicht.
Het gedicht zal in een nieuw te verschijnen bundel worden opgenomen.
is een tijd en plaats. Voor Bert & Zwaantje dus
& de Manitoba Dragoons: onrecht
houdt geen stand onder de blik van hun ogen.
Voorbij de fokstier, opgepotte mest
wordt in Barghoesspul een schuilhoek geboden
aan Jood, Griek & ongelovige. Langs
't hazenpad rukken pipes & drums op
naar Kamp Balderhaar. 'Want ik heb me hun lot aangetrokken
en hun roep om hulp gehoord.' Zo worden nieuwe vormen aangenomen,
aarzelend soms, maar op de een of andere manier op tijd,
onze tijd. Alsof je een roman leest, waarin op enig moment
de waarheid van jouw karakter onweerlegbaar komt binnenschuifelen,
waardoor jij je wel afvragen moet of je tot dingen bent voorbestemd.
Bovenstaand gedicht is van de hand van Ton van ‘t Hof uit Amsterdam. Als dichter is hij voortdurend op zoek naar onderhuidse feiten die hebben geleid tot de huidige, zichtbare realiteit. Hij wandelt daartoe daadwerkelijk en ook digitaal door Nederland. In zijn bundel “Een lijn is een vore” (http://www.uitgeverijstanza.nl/9789490401009--een-lijn-is-een-vore.html) doet hij verslag van zijn zoektocht door de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland. In een vervolg hierop wandelt hij nu door Overijssel en kwam uit bij ons dorp! Op de site van het Dorpsarchief Kloosterhaar vond hij de gegevens en inspiratie voor bovenstaand gedicht.
Het gedicht zal in een nieuw te verschijnen bundel worden opgenomen.
Uit de Kunst!
Met o.a. schilderijen, unieke pentekeningen en gedichten van en over het dorp Kloosterhaar .
Philip van Gelder

De aquarel van Philip van Gelder mogen wij zonder twijfel het meest bijzondere kunstwerk van ons dorp noemen!
Philip kwam op 10 juli 1942 als Joodse dwangarbeider in werkkamp Balderhaar terecht. In de eerste maand dat hij hier zat heeft hij deze aquarel gemaakt. Een gezicht vanuit de 'cantine' van Werkkamp Balderhaar op de Breeslootdijk met daarbij het huis van de familie van Nuil.
Philip, geboren op 6 december 1906, was ongehuwd en oefende het vak van slager uit. Hij was woonachtig aan de Nieuwe Ebbingestraat 106 te Groningen. Drie maand later, op 3 oktober 1942, werd hij met de andere Joodse dwangarbeiders van de werkkampen Balderhaar en Kloosterhaar afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork.
Philip is op 2 april 1943 te Sobibor overleden.
Philip kwam op 10 juli 1942 als Joodse dwangarbeider in werkkamp Balderhaar terecht. In de eerste maand dat hij hier zat heeft hij deze aquarel gemaakt. Een gezicht vanuit de 'cantine' van Werkkamp Balderhaar op de Breeslootdijk met daarbij het huis van de familie van Nuil.
Philip, geboren op 6 december 1906, was ongehuwd en oefende het vak van slager uit. Hij was woonachtig aan de Nieuwe Ebbingestraat 106 te Groningen. Drie maand later, op 3 oktober 1942, werd hij met de andere Joodse dwangarbeiders van de werkkampen Balderhaar en Kloosterhaar afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork.
Philip is op 2 april 1943 te Sobibor overleden.